Breng jezelf
Aan het begin van mijn opleiding als natuurgids dacht ik dat ik een wandelende encyclopedie van natuurkennis moest zijn. Dat gaf veel stress. Tot ik ontdekte dat ik iets veel belangrijkers had.
Twee overdenkingen deze week die allebei draaien om jezelf zijn.
Vanuit mijn werk wordt elk jaar anderhalve week georganiseerd om aan je vaardigheden te werken of nieuwe kennis op te doen. In de afgelopen jaren heb ik daar ook aan meegedaan. Collega’s of extern ingehuurde experts zetten een programma op van interessante workshops. Voor iedereen zit er wel wat tussen.
Daarover zo meer…
Tot voor kort heb ik mijn opleiding als natuurgids en mijn dagelijks werk als communicatieadviseur duidelijk gescheiden gehouden.
Het ene is wat je elke dag doet.
Het andere is datgene waar je in je vrije tijd mee bezig bent.
Het leek me niet nodig die met elkaar te mengen.
Toch begon mijn buitenmens steeds meer door te schijnen in mijn dagelijkse werk. Steeds vaker kwam op de vraag ‘En heb je nog wat gedaan in het weekend?’, als antwoord terug dat ik bezig was geweest met mijn opleiding. Dat ik in de bossen met mijn groepje medestudenten had gelopen. Dat ik in de wonderlijke wereld van de natuur was gedoken. Op een gegeven moment sta je als collega dan toch onvermijdelijk bekend als ‘die natuurliefhebber’.
Ik had dat strikt gescheiden kunnen houden, maar het is ondertussen zo’n vanzelfsprekend onderdeel van mijn persoonlijkheid geworden, dat het tijd werd die twee werelden te mengen. In plaats van het af te doen als een hobby is het een vaardigheid waar ik toch veel tijd en energie in heb gestoken en nog steeds in steek.
Waarom zou ik dat niet delen?
Dat brengt me bij de anderhalve week van persoonlijke ontwikkeling die op mijn werk wordt geboden. Want in plaats van passief de volgende sessie te volgen, bood ik dit jaar aan eens een van de organisatoren van een activiteit te zijn.
Ik en mijn grote mond…
We spraken de mogelijkheden door en al snel kwamen we terecht op een natuurwandeling tijdens de lunch. Op elke locatie van mijn werk - drie in totaal - neem ik collega’s mee naar buiten om anderhalf uur tot rust te komen in een natuurgebied in de buurt.
Vorige week maandag opende het deel van intranet waar collega’s zich kunnen aanmelden. Rond een uur of 8 logde ik zelf eens in en tot mijn verbazing zag ik dat de eerste drie wandelingen al bijna uitgeboekt waren. De officiële aanmeldingsmail kwam pas rond 09.00 uur en toen zaten mijn wandelingen al zo goed als vol.
Na wat kort overleg besloten we voor elke locatie een tweede ronde te openen. Nog geen uur later zaten ook deze wandelingen vol. Waarna de vraag kwam of ik er alsjeblieft nog ééntje wilde doen… Want ze hadden nog een wachtlijst.
In het kort, mag ik in maart zeven keer 10 collega’s mee naar buiten nemen. Ik moet toegeven dat ik best positief verbaasd was over de grote stroom aanmeldingen.
En tegelijkertijd ook niet. Het liet mij maar weer zien hoe graag mensen eigenlijk naar buiten gaan. Hoe ze verlangen naar de buitenwereld. Naar het buiten zijn. Naar de natuur. 70 mensen, collega’s, die snakken naar wat ontspanning in de natuur.
En ik neem ze graag mee! Want wat is er nu leuker dan mensen meenemen in ‘jouw’ wereld?
Dat brengt me bij mijn tweede punt. Zoals ik in het intro al aangaf, heb ik lang gezocht naar wat ik dan eigenlijk te bieden heb als natuurgids. Tijdens de opleiding waren er zowel cursisten als docenten die overliepen van zeer specifieke kennis over de natuur.
Eén groepje keek de hele tijd omhoog naar de vogels. Een andere groep wist alles van eetbare natuur en keek vooral naar de plantjes. En ik? Ik liep verdwaasd rond. Hoe kon ik ooit al die Latijnse namen van al die planten in mijn hoofd proppen? Vogels? Welke vogels? Waar dan? Ik zocht het veel te ver van mezelf af. Ik probeerde iemand te zijn die ik niet ben.
Ik weet nog goed hoe we tijdens een excursie zonder voorbereiding in een gebied werden gedropt in groepjes van drie. We moesten ter plekke de andere cursisten meenemen in een natuurmoment. Spontaan. We hadden een half uur de tijd om ons voor te bereiden en daarna moest het gebeuren. Maakt niet uit wat.
In blinde paniek begon ik met een flora in mijn hand langs de struiken te hollen. Naar bomen te kijken. Ik zocht op mijn mobiel.
En er kwam niets.
De tijd tikte weg. Toen het half uur voorbij was, liep ik teneergeslagen naar mijn medecursisten: “Ik heb niks.” Ik was ook maar een simpele stadsjongen die zo nodig natuurgids wou worden.
Ik ging zitten in het gras en volgde het natuurmoment van mijn medecursisten. De eerste begon een mooi verhaal over dit gebied. En terwijl ik luisterde zag ik opeens aan de waterkant grote lisdodde staan. Ik weet misschien niet alles van de lisdodde. Maar wat ik wel weet is dat het héél vaak terugkomt in mijn bushcraftboeken vanwege zijn vele handige toepassingen.
En opeens had ik mijn natuurmoment. Het ontvouwde zich voor mijn ogen.
Ik was als laatste aan de beurt, maar opeens voelde ik geen paniek meer. Ik voelde hoe zich ter plekke een verhaal ontwikkelde in mijn hoofd. Een verhaal waarvan de lisdodde het begin zou zijn.
Ik begon met een korte inleiding waarbij we in een tijdmachine terug gingen naar een tijd waarin we geen technologie hadden. We werden als tijdreizgers gedropt in dit gebied. Met alleen de spullen die we bij ons hadden.
En wat dan?
Wat doe je voor onderdak? Wat doe je voor vuur? Wat doe je voor eten? Allemaal onderwerpen waar ik als bushcraftnerd wel mee uit de voeten kan. Zo konden we de lisdodde gebruiken als vuurstarter. En die takken daar? Het lijkt wel of iemand al begonnen is aan een shelter. Laten we kijken hoe we deze nog beter kunnen maken…
De minuten vlogen om en al snel had ik mijn spontane natuurmoment tot een goede einde gebracht.
Tijdens een gesprek later in de opleiding verwoorde iemand het mooi: Alles wat van jou is, zit in je rugzak. Alle kennis die je opdoet. Alle momenten waarin je zelf verwonderd was. Je hoeft ze er alleen maar op het juiste moment uit te halen. Je moet leren vertrouwen op je rugzak.
Mijn liefde voor bushcraft werd mijn ‘rugzak’. Mijn vermogen om vrij te associëren werd mijn ‘rugzak’. Steeds vaker liet ik een vooropgezet plan los om ter plekke te improviseren. Ik moet het niet hebben van boekenkennis. Een strakke planning loopt in de soep.
Er moet iets gebeuren in het moment. Organisch. Vanzelf. Iets waar ik zelf van ‘aan’ ga. Omdat ik nu eenmaal ben zoals ik ben. En dat is op zich al genoeg. Mijn blik. Mijn denkwijze. Mijn visie. Stap in het moment en laat het gebeuren. Omarm datgene wat je raar maakt. Want daarin zit juist je superkracht. De natuur beweegt wel mee met je gekkigheid.
Het zou zo fijn zijn als de natuur minder ver van ons af zou staan in het dagelijks leven. Ik behoorde tot de groep collega’s die elke pauze naar buiten moest, om even te ontsnappen aan mijn computer, het binnenzitten. Ik zou me ook direct voor zo’n wandeling aanmelden, heerlijk dwalen door de natuur, even buiten. Fijn dat jouw beide werelden op zo’n manier samenkomen.
Oh, wat goed dat je dit gedaan hebt, je aanmelden als één van de workshopleiders. En wat mooi dat er zoveel animo voor is! En ja, het besef dat je alles al in je rugzak hebt, ook mooi! Heel veel plezier tijdens deze wandelingen met collega's!